Betekenis van Otto van Egmond (ca. 1522-1586)

Otto van Egmond (Oud Zuylen)

Otto van Egmond heeft als volledige achternaam Egmond van Meresteijn, een geslacht uit de omgeving van Heemskerk. Deze tak was verwant met het geslacht waaruit graaf Lamoraal van Egmond voorkwam. Beide edelen hadden als gemeenschappelijke voorvader Kwade Wouter van Egmond. Otto van Egmond bezat op de Keenenburg een schilderij met een portret van Lamoraal van Egmond. Hij ontmoette deze verre neef regelmatig in Brussel en Den Haag, waar ze belangrijke landszaken met elkaar bespraken.

Door het huwelijk van Aelbrecht van Egmond van Meresteijn met Haze de Blote kwam de Keenenburg omstreeks 1460 in handen van het geslacht van Egmond. De bewoners van het kasteel bekleedden voorname bestuurlijke en militaire functies. Zo was de vader van Otto van Egmond luitenant-stadhouder van Holland, een van de hoogste militaire rangen in het gewest.

Otto van Egmond onderscheidde zich in zijn leven vooral als bestuurder. Hij had grote diplomatieke gaven en offerde zijn eigen belangen op voor de regio, het gewest en het land. Grote waarde hechtte hij aan vrijheid, ook in de godsdienst; hij bezat een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel.

Lees het hele verhaal op de website van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden onder het menu Keenenburg.

Lesbrief Otto van Egmond

Otto van Egmond
Otto van Egmond

Eind juni wordt in Schipluiden het openluchtspel ‘Otto van Egmond en de lotgevallen van Keenenburg’ opgevoerd nabij het herbouwde torentje van het kasteel. De Historische Vereniging Oud-Schipluiden sluit hierbij aan met de tentoonstelling over Otto van Egmond in Museum Het Tramstation.

Speciaal voor het basisonderwijs heeft de vereniging een lesbrief gemaakt voor de jeugd als voorbereiding op het spektakel. Deze kan ook als PDF bestand worden opgehaald met eze link: Lesbrief Otto van Egmond.

Presentatie over het latrinair gebeuren in vroeger tijden

Tijdens de openstelling van het Museum Het Tramstation te Schipluiden op zondagmiddag 6 maart van 14.00-16.00 uur zal Jacques Moerman vanaf half drie een presentatie houden over het latrinair gebeuren in vroeger tijden.

Beelden van kakhuizen zijn veelvuldig te zien op schilderijen van Nederlandse en Vlaamse schilders. Ook tijdens reizen in het buitenland zijn veel opvallende toiletgelegenheden gefotografeerd. Ten slotte wordt stilgestaan bij de privaten in de regio. Bijna alle tuinders hadden tot het midden van de vorige eeuw nog toiletjes boven de sloot. Ziektes als cholera, tyfus en dysenterie kwamen in Midden-Delfland rond 1900 nog regelmatig voor.

In het museum is een uitgebreide expositie over dit onderwerp te zien. De toegang is, ook aanstaande zondag, gratis.

Over kakhuizen en pispotten

Op zondag 2 januari is het Museum Het Tramstation van 14.00-16.00 uur extra geopend (zaterdag 1 januari gesloten). Hier is een expositie te zien over het latrinair gebeuren. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw had vrijwel elke tuinder in Den Hoorn boven de sloot een eigen privaat. Ook de openbare school aan de Boomgaardslaan in Schipluiden had in het begin van de twintigste eeuw een WC boven de sloot. Een aanbraak van difteritis in 1908 bevestigt de onhygiënische toestanden in de dorpen. Terwijl in de stad allang een tonnendienst werkte, stonden de kakhuizen in Midden-Delfland nog in open verbinding met de sloten. In de tentoonstelling worden naast veel afbeeldingen ook kakstoelen en pispotten uit de vijftiende tot de twintigste eeuw getoond.

Het is een interessante en leerzame expositie over een alledaags onderwerp.