De ijzeren tramburg over de Vlaardingervaart is van het type vakwerk boogbrug met trekband en is in 1911-1912 door Werkspoor Amsterdam gebouwd ten behoeve van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij. De tuinbouw in het Westland ging voor de afvoer van de producten gebruik maken van het railvervoer.
Het lijkt of er twee bruggen in elkaar zijn geschoven, maar het is een typisch voorbeeld van een ‘boogligger’. De belasting van de rijvloer van de brug wordt op de boog overgebracht door de hangers (de vertikale balken). De voetpunten van de boog zijn door trekbanden verbonden, waarmee de zijdruk wordt opgevangen. De portalen vormen de verbinding van alle horizontale delen van deze 60 meter lange brug. In het midden is de totale hoogte bijna 10 meter, de binnenboog is 8 meter hoog en de portalen bijna 6 meter. De onderkant van het gehele gevaarte ligt op minimaal 2.05 meter boven Delflands peil. Voor de gehele constructie werd 173.150 kg voornamelijk gewalst en geklonken ijzer en 4.620 kg staal gebruikt. Omdat metaal bij warmte uitzet en bij kou krimpt en vanwege de zogenaamde spatkracht (de zijdruk op de opleggingen door de belasting), kan zo’n brug niet aan beide kanten worden vastgelegd, Aan de westelijke kant (Duifpolder) is de brug op de onderbouw vastgezet; aan de kant van de Vlaardingsekade rust die op een paar grote rollen van gesmeed gietstaal. Ze maken het mogelijk dat de brug ‘werkt’. De aannemingssom voor het betonwerk bedroeg f 16.830,- en voor de brug f 35.880,-.
Tot 1 januari 1968 deed de brug dienst als trambrug. Er lag één spoor op met aan beide kanten een voetpadstrook. Sinds 1974 doet deze brug dienst als fietsbrug in de route, die richting Maasland over de voormalige trambaan loopt. De trambrug is van algemeen belang vanwege de stedenbouwkundige en de historisch-functionele waarde (de brug herinnert aan de groei van de tuinbouw in het Westland). Daarnaast is de trambrug een belangrijk beeldbepalend element in het landschap. Het is een zeer karakteristiek jong rijksmonument.
Onder de brug loopt een smal paadje bestaande uit Waalklinkers. Ze dateren uit de periode dat hier nog trekpaarden passeerden.