De zuivelproductie in Midden-Delfland, toen en nu

Over het melken, de boter- en kaasbereiding, het vervoer en de verkoop van deze producten.
Overzicht van de tentoonstelling.

De DAF uit 1962, die het laatste melkvervoer in de regio verzorgde, was bij de opening van de tentoonstelling op 1 september betrokken. Een lid van de vijfde generatie van het transportbedrijf Van den Berg (een jonge vrouw) was de chauffeur. Enkele zuivelproducenten uit Midden-Delfland doneerden de kaashapjes. De laatste, nog levende melkslijter Jan van Dijk uit Schipluiden sneed bij de opening de kaas.

De DAF uit 1962, die het laatste melkvervoer in de regio verzorgde. Foto Henk Groenendaal

In de tentoonstelling wordt de zuivelproductie heel breed belicht, van koe tot eindproduct. Reeds in de Middeleeuwen waren de Woudtse boter en de Harnaschkazen beroemd. Afnemers waren het grafelijk hof, grote kloosters en zelfs steden in de Zuidelijke Nederlanden. Deze internationale belangstelling bestond in de twintigste eeuw nog steeds. De boter van Ammerlaan en Van den Berg (ook hofleverancier) ging zelfs naar Nederland-Indië.

Overzicht van een deel van de tentoonstelling. Foto Henk Groenendaal.

In de expositie wordt aandacht besteed aan de productie van zuivel op de boerderij. Er zijn hulpmiddelen te zien, zoals een oude kaaspers en karntonnen. Besproken en getoond worden de melkslijters in Den Hoorn en Schipluiden, de boter- en kaashandelaren en de melkvervoerders, zoals Van Adrichem en Van den Berg. Ook de huidige producenten van zuivelproducten in Midden-Delfland krijgen in de tentoonstelling een ruim podium. Zij trekken de lijn door naar de toekomst.

De expositie duurt van 2 sept. 2023 – 2 april 2024. Openingstijden van het museum: woensdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand van 14.00-16.00 uur. In het komende Monumentenweekend (9 en 10 september) is het museum open van 11.00-17.00 uur.

Landschapsbiografieën van Midden-Delfland

Opvallende kijkjes op het landschap in het verleden en heden, met ook een blik op de toekomst TU Delft i.s.m. Historische Vereniging Oud-Schipluiden.

De expositie bestaat uit ontwerpen en landschapswerkstukken van 45 internationale studenten van de Technische Universiteit Delft. Zij volgden dit jaar de mastertrack Landschap Architectuur van de Faculteit Bouwkunde. De studenten hebben negen weken Midden-Delfland bestudeerd.

De studenten maakten een ‘landschapsbiografie’. Deze analyseert het verhaal hoe en waarom mensen hun omliggende landschap in het verleden steeds hebben veranderd. De veranderingen in het landschap vormen de basis van het verhaal en de mensen die het landschap veranderden zijn de auteurs. Het (historisch) gebruik en de betekenis van het landschap worden op deze wijze onderzocht en gevisualiseerd. De verhalen die hieruit naar voren zijn gekomen, zijn door de studenten verbeeld in een ‘object’ waarin erfgoed een leidend motief vormt.

De tentoonstelling duurt nog tot half januari 2023.

Stationskamer wordt Vervoerskamer

In Museum Het Tramstation werd lange tijd alleen aandacht besteed aan het vervoer per trein of tram. Dit ligt ook voor de hand, want het tramstation is vanaf 1912 tot 1968 in gebruik geweest bij de Westlandsche Stroomtram Maatschappij (WSM). Vanaf heden wordt er in de Stationskamer ook aandacht besteed aan het vervoer, dat aan het transport per rail vooraf is gegaan. Vanaf 1645 tot 1870 voer zesmaal per dag een trekschuit tussen Delft en Maassluis en tweemaal tussen Delft en Vlaardingen. Ook was er nog vervoer van visschuiten, zandschuiten en lokale bodeschippers.

Schipluiden was een echte passageplaats. Vanaf 1850 tot 1950 bloeide het dorp vanwege de aanwezigheid van een flink aantal lokale vrachtvaarders. Het is dus logisch om ook aan deze vorm van vervoer in het museum aandacht te besteden. Dankzij financiële steun van de Provinciale Erfgoedtafel Trekvaarten kon de Historische Vereniging Oud-Schipluiden een aantal originele stukken aanschaffen, zoals een model van een trekschuit, een reglement uit 1715 voor de trekschuitschippers, een kaartje uit ca. 1750 met de regionale trekschuitverbindingen en oude afbeeldingen van het vervoer over water. Enkele sleeën richten de blik op het vervoer over het ijs.

Op vrijdag 2 september openden Melanie Oderwald-Ruijsbroek, wethouder van Cultuur van Midden-Delfland en Anne-Marie van Brecht, adviseur Cultureel erfgoed Zuid-Holland, de nieuw ingerichte Vervoerskamer. Zij deden dit door respectievelijk op een conducteursfluit en een scheepstoeter te blazen. Deelnemers aan de Provinciale Erfgoedtafel Trekvaarten, die eerder in de raadszaal van het gemeentehuis van Midden-Delfland een bijeenkomst hadden, waren getuige van deze opening.

Liefhebbers van het vervoer in Midden-Delfland zijn in het Monumentweekend op 10 en 11 september van 11.00 tot 17.00 uur welkom in Museum Het Tramstation, Otto van Zevenderstraat 2 te Schipluiden. Op zaterdag 10 september begeleidt de folkgroep van Ko Arkesteijn van 14.00 tot 16.00 uur de bezoekers met middeleeuwse muziek en volksdans melodietjes. De toegang is gratis.