Zuivelproductie in Museum Het Tramstation

Komend weekend, op 6 en 7 april, is de tentoonstelling ‘De zuivelproductie in Midden-Delfland, toen en nu’ voor het laatst te zien in Museum Het Tramstation te Schipluiden. Openingstijden van 14.00-16.00 uur.

De omgeving van ’t Woudt en het Harnaschgebied waren in de Middeleeuwen belangrijke producenten van boter en kaas. Afnemers waren onder andere de graven van Holland. In de negentiende en twintigste eeuw waren in Schipluiden leden van de familie Ammerlaan en van de familie Van den Berg belangrijke boterhandelaren. Het product ging zowel naar Nederlands-Indië als naar het koninklijke huis in Den Haag.

Overzicht van een deel van de tentoonstelling. Foto Henk Groenendaal.

Ook nu wordt er weer kaas in Midden-Delfland geproduceerd en wordt de kwaliteit geroemd. Naast de ontwikkeling van de agrarische bedrijven is in de tentoonstelling aandacht voor de koe, het melkvervoer, de melkslijters in Den Hoorn en Schipluiden. Daarnaast zijn er bijzondere attributen te zien, waaronder een authentieke kaaspers, een model van een karnmolen met onderdelen en een uniek botertonnetje met het keurmerk van de stad Delft.
Kinderen kunnen komend weekend in het museum met behulp van VR-brillen kennismaken met het interieur van kasteel Keenenburg, een bijzondere belevenis.
Na deze tentoonstelling komt er in Museum Het Tramstation een expositie over ‘De geschiedenis van het vervoer in en om Midden-Delfland’. Het museum is nog op zoek naar oude foto’s en modellen van vervoersmiddelen die in de omgeving werden gebruikt. Als u aanvullingen voor deze tentoonstelling heeft, kunt u dit melden op de volgende adressen: info@tramstationschipluiden.nl of tel. 0153809389.

De zuivelproductie in Midden-Delfland, toen en nu

Over het melken, de boter- en kaasbereiding, het vervoer en de verkoop van deze producten.
Overzicht van de tentoonstelling.

De DAF uit 1962, die het laatste melkvervoer in de regio verzorgde, was bij de opening van de tentoonstelling op 1 september betrokken. Een lid van de vijfde generatie van het transportbedrijf Van den Berg (een jonge vrouw) was de chauffeur. Enkele zuivelproducenten uit Midden-Delfland doneerden de kaashapjes. De laatste, nog levende melkslijter Jan van Dijk uit Schipluiden sneed bij de opening de kaas.

De DAF uit 1962, die het laatste melkvervoer in de regio verzorgde. Foto Henk Groenendaal

In de tentoonstelling wordt de zuivelproductie heel breed belicht, van koe tot eindproduct. Reeds in de Middeleeuwen waren de Woudtse boter en de Harnaschkazen beroemd. Afnemers waren het grafelijk hof, grote kloosters en zelfs steden in de Zuidelijke Nederlanden. Deze internationale belangstelling bestond in de twintigste eeuw nog steeds. De boter van Ammerlaan en Van den Berg (ook hofleverancier) ging zelfs naar Nederland-Indië.

Overzicht van een deel van de tentoonstelling. Foto Henk Groenendaal.

In de expositie wordt aandacht besteed aan de productie van zuivel op de boerderij. Er zijn hulpmiddelen te zien, zoals een oude kaaspers en karntonnen. Besproken en getoond worden de melkslijters in Den Hoorn en Schipluiden, de boter- en kaashandelaren en de melkvervoerders, zoals Van Adrichem en Van den Berg. Ook de huidige producenten van zuivelproducten in Midden-Delfland krijgen in de tentoonstelling een ruim podium. Zij trekken de lijn door naar de toekomst.

De expositie duurt van 2 sept. 2023 – 2 april 2024. Openingstijden van het museum: woensdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand van 14.00-16.00 uur. In het komende Monumentenweekend (9 en 10 september) is het museum open van 11.00-17.00 uur.

Extra aandacht voor kasteel Keenenburg in Museum Het Tramstation

In het kader van de Museumweek leidt Jacques Moerman op zaterdag 1 april en zondag 2 april vanaf 15.00 uur bezoekers rond in Museum Het Tramstation, Otto van Zevenderstraat 2 te Schipluiden.

Naast de vaste collectie in de Keenenburgkamer wordt in het museum momenteel ook de relatie van het kasteel met het water in beeld gebracht. In een aparte brochure worden twaalf aspecten van deze bijzondere band besproken. De Keenenburg had meerdere bruggen, een waterput, een overdekt schuitenhuis en een windas, waarmee scheepjes over de Singel werden gehaald. De heer van Keenenburg was naast de stad Delft de belangrijkste financier van de trekvaartroute, die in 1645 tussen Delft en Maassluis in gebruik werd genomen.

In de wachtkamer van het museum zijn nog nooit eerder getoonde vondsten van het kasteel te zien. Vrijwilligers, die het archeologische materiaal hebben uitgezocht en bewerkt, tonen in aparte vitrines het leer van schoenen, aansprekend botmateriaal, metalen voorwerpen, pijpenkoppen, uniek glaswerk en Delfts blauw.

Belangstellenden zijn a.s. zaterdag en zondag hartelijk welkom. De toegang is kosteloos. Een vrijwillige bijdrage voor het museum wordt op prijs gesteld.